Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • kat·ach·ti·ge
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord katachtige katachtigen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de katachtigev / m

  1. (roofdieren) Felidae   benaming voor dieren die tot de familie van de katachtigen (Felidae) behoren
    • De leeuw is een katachtige. 

Bijvoeglijk naamwoord

katachtige

  1. verbogen vorm van de stellende trap van katachtig

Meer informatie

Gangbaarheid