Een kartonnen doos.
  • kar·ton·nen
  • Afgeleid van karton met het achtervoegsel -en
stellend
onverbogen (alleen
attributief)
verbogen kartonnen

kartonnen

  1. van karton gemaakt
    • Hij pakte het in in een kartonnen doos. 

kartonnen

  1. zelfstandig gebruik van het bijvoeglijk naamwoord: uit karton vervaardigde
    • In een onderzoek naar de handigste koffiebekertjes ging de voorkeur uit naar de kartonnen. 
96 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be