• kar·pe·fis·kar
  • Afgeleid van de Nynorske zelfstandige naamwoorden karpe en fiskar met het achtervoegsel -er
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief               karpefiskar     karpefiskane  

karpefiskar, mv

  1. (straalvinnigen) orde karperachtigen, Cypriniformes