kareet
- ka·reet
- Herkomst: Hebreeuws, letterlijk: 'afsnijding' [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kareet | kritot |
verkleinwoord |
- (Jiddisch-Hebreeuws) straf van een voortijdige dood (door de hemel te voltrekken)
- Het woord 'kareet' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.