• kap·pers·win·kel
enkelvoud meervoud
naamwoord kapperswinkel kapperswinkels
verkleinwoord kapperswinkeltje kapperswinkeltjes

de kapperswinkelm

  1. zaak waar een kapper de haren van zijn klanten verzorgt
     Sinds een tijdje mogen Cubanen nu eigen bedrijfjes hebben, maar alleen een restaurantje, een taxi of een kapperswinkel. In alle andere sectoren is het nog verboden om als kleine zelfstandige te werken.[2]
     De brand is uitgebroken in kledingwinkel Freestyle. Het pand ernaast is nu een kapperswinkel, maar was in 1876 het geboortehuis van Mata Hari. Zij werd in 1917 in Frankrijk geëxecuteerd wegens spionage.[3]


  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron “Vijf vragen over de ontslagen Cubanen” (Dinsdag 14 september 2010, 20:34), NOS
  3.   Weblink bron “Grote brand in centrum Leeuwarden” (Zaterdag 19 oktober 2013, 00:45), NOS