Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • kan·toor·pand
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord kantoorpand kantoorpanden
verkleinwoord kantoorpandje kantoorpandjes

Zelfstandig naamwoord

het kantoorpando

  1. (bouwkunde) een bedrijfspand geschikt om er administratieve werkzaamheden te verrichten.
    • Er is in Nederland een enorme leegstand onder kantoorpanden. 
    • Zijn adviesbureau is gevestigd in een goed gelegen kantoorpand. 

Gangbaarheid