kanonskogelboom
- (IPA in voorbereiding)
- ka·nons·ko·gel·boom
- samenstelling van kanonskogel zn en boom zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kanonskogelboom | kanonskogelbomen |
verkleinwoord | kanonskogelboompje | kanonskogelboompjes |
de kanonskogelboom m
- (bloemplanten) Couroupita guianensis een plant uit de familie Lecythidaceae . Het is een tot 35 m hoge boom met een afgeronde kroon. De kanonskogelboom komt van nature voor in het noorden van Zuid-Amerika en wordt veel aangeplant in parken. In Azië is de boom tevens geïntroduceerd. De bladeren zijn afwisselend geplaatst, tot 30 cm lang, smal-elliptisch tot omgekeerd-eirond en staan aan de uiteinden van de twijgen dicht opeen
- Het woord 'kanonskogelboom' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- [1] kanonskogelboom op Wikidata