kankercel
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- kan·ker·cel
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van kanker zn en cel zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kankercel | kankercellen |
verkleinwoord | kankercelletje | kankercelletjes |
Zelfstandig naamwoord
- een zich ongecontroleerd vermenigvuldigende cel
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Gangbaarheid
- Het woord kankercel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "kankercel" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be