kandijkoek
- Geluid: kandijkoek (hulp, bestand)
- kan·dij·koek
- samenstelling van kandij en koek
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kandijkoek | kandijkoeken |
verkleinwoord | kandijkoekje | kandijkoekjes |
de kandijkoek m
- (voeding) peperkoek of ontbijtkoek die aan de bovenkant bestrooid is met kandijkorrels
- Aardbeien met verse mascarpone en kandijkoek.
- Het woord 'kandijkoek' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.