kandidaatstelling
- kan·di·daat·stel·ling
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | kandidaatstelling | kandidaatstellingen |
| verkleinwoord |
de kandidaatstelling v
- het zich verkiesbaar stellen voor een ambt of iets anders
- ▸ "Zo'n toernooi is goed voor de hotels, restaurants en winkels, maar ook voor het verbeteren van de infrastructuur", zegt wethouder Rosenthal. "Bij onze kandidaatstelling voor het EK horen ook investeringen in het stads- en regiovervoer. Dat is goed voor de economie van Leipzig: werkgelegenheid, hogere belastingopbrengsten."[2]
- ▸ De kans dat de Winterspelen van 2026 in Calgary worden georganiseerd, is zo goed als nihil. In een referendum over de kandidaatstelling zei 56 procent van de stemmers 'nee' tegen de plannen. De verwachting is dat het gemeentebestuur die uitkomst zal overnemen.[3]
- ▸ James was ook allesbehalve de droomkandidaat van Farage. Die had veel liever de mediagenieke Steven Woolfe als leider gezien, zijn oogappel binnen de partij. Alleen blunderde Woolfe gigantisch door zijn officiële kandidaatstelling 17 minuten na de deadline in te leveren. Hij hield zich vandaag op het partijcongres dan ook behoorlijk afzijdig.[4]
- Het woord kandidaatstelling staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑
Weblink bron Kees van Dam“Leipzig kan niet wachten op EK 2024, vandaag beslist UEFA” (Donderdag 27 september 2018, 06:39), NOS - ↑ Weblink bron “Inwoners Calgary willen Spelen 2026 niet” (Woensdag 14 november 2018, 09:48), NOS
- ↑ Weblink bron “Nieuwe UKIP-leider moet vacuüm vullen dat Farage achterlaat” (Vrijdag 16 september 2016, 20:25), NOS
