Nederlands

 
Uitspraak
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • kan·de·laar·tje

Zelfstandig naamwoord

het kandelaartjeo

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord kandelaar
enkelvoud meervoud
naamwoord
verkleinwoord kandelaartje kandelaartjes

Zelfstandig naamwoord

het kandelaartjeo dim. tant.

  1. (bloemplanten) Saxifraga tridactylites   een plant uit de steenbreekfamilie (Saxifragaceae  ). De plant groeit op droge, kalkrijke zandgrond, op muren en soms tussen straatstenen
Hyperoniemen


Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen