kandelaarden
![](http://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/thumb/3/3c/Araucaria_araucana.jpg/220px-Araucaria_araucana.jpg)
- kan·de·laar·den
Niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie als zelfstandig naamwoord
- samenstelling van kandelaar en den
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kandelaarden | kandelaardennen |
verkleinwoord | - | - |
de kandelaarden m
vervoeging van |
---|
kandelaren |
kandelaarden
- meervoud verleden tijd van kandelaren
- Wij kandelaarden.
- Jullie kandelaarden.
- Zij kandelaarden.
- Wij kandelaarden.
- Het woord kandelaarden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.