Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • kamp·straat
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord kampstraat kampstraten
verkleinwoord kampstraatje kampstraatjes

Zelfstandig naamwoord

de kampstraatv / m [1]

  1. (militair) straat in een legerkamp
  2. straat in een een tijdelijke verblijfplaats voor een groep mensen
     In de vallende schemering marcheerden de nieuwe gevangenen de kampstraat af naar hun onderkomen.[2]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. “Polen : roman over de strijd van het Poolse volk door de eeuwen heen” (1984), Van Holkema & Warendorf  , ISBN 9026978073