Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • kamp·lei·der
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord kampleider kampleiders
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de kampleiderm

  1. (beroep) iemand die leiding geeft aan een groep mensen die samen ergens in tijdelijke huisvesting verblijven
     Een dader werd nooit gevonden. In de jaren na zijn dood kwamen meerdere verdachten in beeld. Het stoffelijk overschot van de kampleider werd zelfs opgegraven om dna te kunnen afnemen, maar de zaak werd nooit opgelost.[1]
     Wouter B. was tijdens de ontgroening 'kampleider' en voorzitter van de Commissie Overdracht Corps Kennis van de studentenvereniging. Vindicat wil geen toelichting geven op het besluit, op verzoek van het slachtoffer en zijn familie.[2]
     Hoewel je steeds vaker ziet in Nederland dat er mogelijkheden zijn voor leraren om zich te ontwikkelen, mag dat nog wel meer, vindt hij. "Nu zie je wel eens dat er van de honderd leraren drie zich kunnen ontwikkelen tot een leidinggevende rol en de overige 97 in het beste geval een keer kampleider mogen zijn."[3]
Verwante begrippen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Tientallen tips in moordzaak Nicky Verstappen” (24 mei 2017), NOS
  2.   Weblink bron “Vindicat royeert veroordeelde leider ontgroening” (24 november 2017), NOS
  3.   Weblink bron
    Sheily Belhaj
    “In deze landen is een lerarenoverschot, kan Nederland daar iets van leren?” (20 juli 2019), NOS