kallen
- kal·len
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
kallen |
kalde |
gekald |
zwak -d | volledig |
kallen [2]
de kallen mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord kalle
- Het woord kallen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "kallen" herkend door:
29 % | van de Nederlanders; |
43 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ kallen op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
- kal·len
Naar frequentie | 18584 |
---|
kallen, m
- bepaalde vorm nominatief enkelvoud van kall
- kal·len
kallen, m
- bepaalde vorm nominatief enkelvoud van kall