Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ka·lis·se
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord kalisse -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de kalissev / m

  1. zoethout
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

11 % van de Nederlanders;
32 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen