kakapipikapitalisme
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ka·ka·pi·pi·ka·pi·ta·lis·me
Woordherkomst en -opbouw
- Samenstelling van kaka (poep), pipi (plas) en kapitalisme
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kakapipikapitalisme | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
het kakapipikapitalisme o
- (economie) kapitalisme waarin beide ouders kostwinner zijn moeten om rond te kunnen komen en daardoor geen tijd hebben om hun kinderen zindelijkheid aan te leren
Gangbaarheid
- Het woord 'kakapipikapitalisme' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.