• ka·jot·ster
  • afgeleid van KAJ met het achtervoegsel -ster waarbij J is weergegeven als Duits Jot
enkelvoud meervoud
naamwoord kajotster kajotsters
verkleinwoord kajotstertje kajotstertjes

de kajotsterv

  1. (geschiedenis) lid van de Vrouwelijke Katholieke Arbeiders Jeugd
    • Als scholier in de oorlog in Brussel kwam D'Hondt terecht bij de vrouwelijke katholieke arbeiders jeugd, de VKAJ. Daar kreeg het idealisme vorm. Ze werd "kajotster" en kwam onder de invloed van priester Cardijn. [1]
11 % van de Nederlanders;
50 % van de Vlamingen.[2]