kafzak
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- kaf·zak
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kafzak | kafzakken |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de kafzak m
- met kaf gevulde zak die men kan gebruiken als beddezak
- (figuurlijk) dik persoon
- (figuurlijk) slap persoon
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord kafzak staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "kafzak" herkend door:
28 % | van de Nederlanders; |
52 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be