kaar
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- kaar
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kaar | karen |
verkleinwoord | kaartje | kaartjes |
Zelfstandig naamwoord
- v/m (geologie) een depressie in een bergwand ontstaan door verwering en glaciale processen
- v/m (visserij) een met water gevuld compartiment in een schip
- De vangst werd in de kaar vers gehouden.
- o (molenaarsambacht) de trechtervormige opening die het gestorte graan opvangt
- Onder het kaar is een goot waarlangs het graan naar de steen kan glijden.
Synoniemen
Hyponiemen
Gangbaarheid
- Het woord kaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "kaar" herkend door:
33 % | van de Nederlanders; |
27 % | van de Vlamingen.[5] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.