kaakkramp
- kaak·kramp
- samenstelling van kaak en kramp
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kaakkramp | kaakkrampen |
verkleinwoord | - | - |
- (medisch) het niet kunnen openen van de mond als gevolg van afwijkingen van de kauwspieren, het kaakgewricht of mond- of gebitsontstekingen
- Het woord kaakkramp staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.