kaailoper
- kaai·lo·per
- samenstelling van kaai en loper
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kaailoper | kaailopers |
verkleinwoord | kaailopertje | kaailopertjes |
de kaailoper m
- (beroep) een ongeschoolde arbeider die schepen laadt en lost
- Een kaailoper heette wat grof en robuust te zijn.
- Het woord 'kaailoper' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.