Startpagina
Willekeurig
Aanmelden
Instellingen
Financieel bijdragen
Over WikiWoordenboek
Disclaimers
Zoeken
junto
Taal
Volgen
Bewerken
Inhoud
1
Spaans
1.1
Uitspraak
1.2
Woordafbreking
1.3
Bijvoeglijk naamwoord
1.3.1
Synoniemen
1.4
Bijwoord
1.4.1
Synoniemen
1.5
Werkwoord
Spaans
Uitspraak
IPA
:
/ˈxunt̪o/
enkelvoud
meervoud
mannelijk
junto
juntos
vrouwelijk
junta
juntas
Woordafbreking
jun·to
Bijvoeglijk naamwoord
junto
verbonden
, bij elkaar
ineen
, dicht opeen, tegen elkaar aan
Synoniemen
[1]
unido
Bijwoord
junto
dichtbij
Synoniemen
cerca
Werkwoord
vervoeging van
juntar
junto
eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (
presente
) van
juntar