• ver·bon·den
vervoeging van
verbinden

verbonden

  1. meervoud verleden tijd van verbinden
    • Wij verbonden. 
    • Jullie verbonden. 
    • Zij verbonden. 
vervoeging van: verbinden…
verbogen vorm: verbondene

verbonden

  1. voltooid deelwoord van verbinden
  2. vormt de lijdende vorm
     Doordat we niet altijd vaste paden volgden, werden we soms aan lange klimtouwen aan elkaar verbonden om steile sneeuwvlaktes te doorkruisen.[1]
     Je moest toen beginnen met een booggewelf van hout tussen de twee punten die met elkaar verbonden moesten worden.[2]
  3. vormt de voltooide tijden
     Maar het waren onze levens, ze waren met elkaar verbonden en ik ben zo bang ze kwijt te raken. Ik raak jullie langzaam maar zeker kwijt.[3]
     Eerder werd al bekend dat verdachte Tetsuya Yamagami wrok tegen Abe koesterde, omdat de politicus volgens hem verbonden was aan een religieuze groep. Het is niet duidelijk waarom de 41-jarige man uiteindelijk Abe als slachtoffer koos.[4]

de verbondenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord verbond
100 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[5]
  1. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers  
  2. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “Kop in het zand” (2015), Uitgeverij Prometheus  , ISBN 9789044628142
  3. Harstad, Johan
    “Max, Mischa & Het Tet-offensief” (2017), ISBN 9789057598494, p. 18
  4.   Weblink bron “Verdachte van moord op oud-premier Abe had eerst ander doelwit” (09 juli 2022), NU.nl
  5.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be