judogi
- ju·do·gi
- van Japans 柔道着 (jūdōki), in de betekenis "judopak" aangetroffen vanaf 1936 (zie vindplaats hieronder) [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | judogi | judogi's |
verkleinwoord | - | - |
- (sport) (kleding) pak bestaande uit een ruime broek, wijd openvallend jasje en band van stevige stof die traditioneel bij het beoefenen van judo worden gedragen
- Het woord judogi staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ judogi op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Weblink bron Robert van BrandwijkStreven naar gouden afsluiting in: Algemeen Dagblad , jrg. 45 nr. 191 (10 december 1990), Stichting Algemeen Dagblad, Rotterdam, p. 26 kol. 1
- ↑ Weblink bron Jiudo. De kunst van geestelijk en lichamelijke cultuur. Japans populaire sport. Speciale entourage. in: De Sumatra post, jrg. 38 nr. 67 (19 maart 1936), J. Hallermann, Medan, p. 6 kol. 4
enkelvoud | meervoud |
---|---|
judogi | judogis |
judogi