joderen
- jo·de·ren
- afleiding van jodium
joderen [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
joderen |
jodeerde |
gejodeerd |
zwak -d | volledig |
- (medisch) ontsmetten met jodium tinctuur
- ergens jodium aan toevoegen
- ▸ Het meeste jodium krijgen we binnen via melk, brood en vis. Daarom werd in 2009 beslist om het zout voor bakkerijproducten te joderen.[2]
- jodium koppelen aan een organische verbinding
- [3] halogenering
1. ergens jodium aan toevoegen
- Het woord joderen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron mtm“Zwangere vrouwen nemen onvoldoende jodium in” (10/06/2014), De Standaard