Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • jo·den·re·ke·ning
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord jodenrekening jodenrekeningen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de jodenrekeningv

  1. een tabel met statistische gegevens die betrekking hebben op de joodse bevolking
     En trouwens, kon Poulette meedelen, ze boog overdreven samenzweerderig naar voren en vormde met haar handen een trechter voor haar mond terwijl ze luid fluisterde dat 'de jodenrekening' feitelijk al was opgemaakt, maar dat de Reichswehr het resultaat geheim had verklaard.[1]
  2. bankrekening waarop alle tegoeden van joden werden gestort tijdens de Duitse bezetting

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “Tussen rood en zwart” (2014), Uitgeverij Prometheus  , ISBN 9789044625691