Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • jij·zelf
Woordherkomst en -opbouw

Persoonlijk voornaamwoord

jijzelf

  1. versterkte vorm van jij, alleen gebruikt voor het onderwerp
    • Jijzelf kunt dat toch niet doen? 

Gangbaarheid

94 % van de Nederlanders;
94 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be