Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • jeugd·lid
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord jeugdlid jeugdleden
verkleinwoord jeugdlidje jeugdlidjes

Zelfstandig naamwoord

het jeugdlido

  1. een jong iemand die lid is van een vereniging waar ook volwassenen lid van kunnen zijn

Gangbaarheid