jeep
- jeep
- Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘legerauto’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1944 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | jeep | jeeps |
verkleinwoord | jeepje | jeepjes |
de jeep m
- terreinwagen, een voertuig dat speciaal geschikt is om door ruig terrein te rijden
- Het woord jeep staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "jeep" herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "jeep" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be