Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • jazz·trio
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord jazztrio jazztrio's
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het jazztrioo

  1. (muziek) groep van drie muzikanten die jazzmuziek spelen
     TUBBERGEN - Anne van der Meiden leest op vrijdag 16 december om 20.00 uur voor uit zijn Twentse vertaling van de Christmas Carol van Charles Dickens in 't Oale Roadhoes in Tubbergen. Een jazztrio zorgt voor passende kerstliederen.[1]
     In Californië trad hij met een jazztrio, onder leiding van George Duke, op in kleine clubs.[2]

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Christmas Carol in het Twents in Tubbergen” (05-12-2016), Tubantia
  2.   Weblink bron “Legendarische jazz-zanger Al Jarreau (76) overleden” (12-02-2017), Tubantia