jasbeschermer
- jas·be·scher·mer
- samenstelling van jas en beschermer
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | jasbeschermer | jasbeschermers |
verkleinwoord | jasbeschermertje | jasbeschermertjes |
de jasbeschermer m
- afscherming langs het achterwiel van een fiets ter bescherming van de kleding van de berijder
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- Het woord jasbeschermer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.