jankerd
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- jan·kerd
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van janken met het achtervoegsel -erd
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | jankerd | jankerds |
verkleinwoord | jankerdje | jankerdjes |
Zelfstandig naamwoord
de jankerd m
- iemand die gauw jankt
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord jankerd staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.