jaargenoot
- Geluid: jaargenoot (hulp, bestand)
- jaar·ge·noot
- samenstelling van jaar en genoot
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | jaargenoot | jaargenoten |
verkleinwoord | jaargenootje | jaargenootjes |
de jaargenoot m
- (onderwijs) iemand die in dezelfde fase van de studie is
- Na vele jaren hadden de jaargenoten van de school een reünie.
- In studentenverenigingen zijn er vaak disputen waar de leden jaargenoten zijn.
- Het woord jaargenoot staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.