inwassen
- in·was·sen
- samenstelling van in en wassen
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
inwassen |
waste in |
ingewassen |
zwak -t
gemengd |
volledig |
- overgankelijk (bouwkunde) (van een (semi-)vloeibare substantie) aanbrengen in (met een spons of iets dergelijks)
- Het woord inwassen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "inwassen" herkend door:
78 % | van de Nederlanders; |
65 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be