• in·ven·ta·ri·sa·tie
enkelvoud meervoud
naamwoord inventarisatie inventarisaties
verkleinwoord - -

de inventarisatiev

  1. het inventariseren, het opmaken van de inventaris
    • 2016: Volgens een inventarisatie die het Financieele Dagblad vrijdag publiceerde, verdienden bestuursvoorzitters van 22 grote Nederlands bedrijven vorig jaar gemiddeld 4,3 miljoen euro. Dat is 15 procent meer dan het jaar ervoor. [2] 
98 % van de Nederlanders;
95 % van de Vlamingen.[3]