Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • in·ter·sta·te·lijk
Woordherkomst en -opbouw
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen interstatelijk interstatelijker interstatelijkst
verbogen interstatelijke interstatelijkere interstatelijkste
partitief interstatelijks interstatelijkers -

Bijvoeglijk naamwoord

interstatelijk

  1. tussen verschillende staten; betrekking hebbend op de relatie tussen verschillende staten
     De Hoge Raad zegt dat het 'interstatelijk vertrouwensbeginsel' van toepassing is. Dat gaat uit van het algemene vertrouwen in het rechtssysteem van de andere staat en maakt nader onderzoek onnodig.[1]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Hoge Raad: rechter mag Frans bewijs uit gehackte cryptotelefoons gebruiken” (Dinsdag 13 juni 2023, 13:54), NOS