Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • in·ter·nun·ti·us
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord internuntius internuntii
internuntiussen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de internuntiusm

  1. (religie) een diplomatiek vertegenwoordiger van lagere rang, gelijk aan een buitengewoon gezant en gevolmachtigd minister, die gewoonlijk geen bisschop was, maar een apostolisch protonotaris

Meer informatie

Gangbaarheid

Verwijzingen