internetgebruik
- in·ter·net·ge·bruik
- samenstelling van internet zn en gebruik zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | internetgebruik | |
verkleinwoord |
het internetgebruik o
- het toepassen van het internet voor bijvoorbeeld werk, studie en recreatie
- ▸ Nederlanders doen steeds meer aan multitasking, blijkt uit een onderzoek van het Sociaal en Cultureel Planbureau naar ons mediagebruik in 2013. Het onderzoek richtte zich op alle media-activiteiten voor privédoeleinden, zoals tv, radio en gedrukte media via zowel vaste als mobiele apparaten. Ook gaming, computer- en internetgebruik werden onderzocht.[1]
- ▸ Met Internet.org gaan ze proberen om internetgebruik goedkoper en efficiënter te maken. Dat zorgt ervoor dat internet voor mensen in ontwikkelingslanden meer binnen bereik ligt: hoge kosten voor een mobieltje en dataverbruik zijn geen issue meer.[2]
- Het woord internetgebruik staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Weblink bron “Nederlanders multitasken steeds vaker” (Donderdag 19 februari 2015, 00:06), NOS
- ↑ Weblink bron “Zuckerberg & vrienden: internet voor iedereen” (Woensdag 21 augustus 2013, 09:38), NOS