intermitterend
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- in·ter·mit·te·rend
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | intermitterend | intermitterender | intermitterendst |
verbogen | intermitterende | intermitterendere | intermitterendste |
partitief | intermitterends | intermitterenders | - |
Bijvoeglijk naamwoord
intermitterend
- (medisch) met onderbrekingen
Vertalingen
1. met onderbrekingen
Gangbaarheid
- Het woord intermitterend staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.