interim-bestuurder
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- in·te·rim-be·stuur·der
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van interim en bestuurder
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | interim-bestuurder | interim-bestuurders |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de interim-bestuurder m
- (beroep) tijdelijke extra-dure bestuurder in een overgangsperiode
- Gehandicaptenzorginstelling heeft een interim-bestuurder te veel geld betaald voor zijn werkzaamheden [1]
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Gangbaarheid
- Het woord interim-bestuurder staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.