inspectrice
- Geluid: inspectrice (hulp, bestand)
- in·spec·tri·ce
- Naamwoord van handeling van inspecteren met het achtervoegsel -rice [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | inspectrice | inspectrices |
verkleinwoord | - | - |
de inspectrice v
- (beroep) vrouwelijke vorm van inspecteur
1.
- Het woord inspectrice staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "inspectrice" herkend door:
91 % | van de Nederlanders; |
91 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ inspectrice op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be