inspectoraat
- in·spec·to·raat
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | inspectoraat | inspectoraten |
verkleinwoord | inspectoraatje | inspectoraatjes |
het inspectoraat o
- het ambt/de functie van inspecteur
- Het woord 'inspectoraat' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.