inslokken
- in·slok·ken
- samenstelling van in bw en slokken ww
inslokken [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
inslokken |
slokte in |
ingeslokt |
zwak -t | volledig |
- snel eten of drinken
- (figuurlijk) verzwelgen door een afgrond, zee e.d.
- [1] verslinden
- [2] verzwelgen
- Het woord 'inslokken' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "inslokken" herkend door:
38 % | van de Nederlanders; |
38 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be