• in·rol·len

inrollen [1]

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
inrollen
rolde in
ingerold
zwak -d volledig
  1. ergens bij betrokken raken zonder dat je het vooraf wilde
    • Talenten kun je bijvoorbeeld heel goed kwijt in vrijwilligerswerk. We zien gebeuren dat creatieve mensen bijvoorbeeld met een hobby beginnen en op een gegeven moment de stap zetten om een webshop te openen. En dan kan het hard gaan. Op deze manier kun je op een natuurlijke manier het ondernemerschap inrollen. [2] 
  2. ergens door rollen inkomen
    • Het gaat Spanje soms ook zo makkelijk af dat de ploeg nonchalant wordt. Doelman David de Gea had al een keer geluk dat Ivan Rakitic zijn foutje niet afstrafte. De middenveld zag zijn boogballetje via de onderkant van de lat en de paal weer terug het veld inrollen. [3] 
    • Dan komt het Treekermeertje in zicht. Vlak ervoor een verhoging met een bankje erop. Een eenvoudig hekje moet voorkomen dat kinderen van de heuvel de braamstruiken inrollen. [4] 
  3. iets verpakken door het voorwerp te rollen zodat het verpakkingsmateriaal om het voorwerp komt te zitten
    • Om een uur of 10 zijn we uitgeteld. We stoken het vuur nog een laatste keer op, vullen drie kruiken en bouwen ieder een warm nestje om in te slapen. ,,Inrollen in een wollen deken", had de moeder van Corien getipt. ,,En dan de slaapzak in." [5] 
96 % van de Nederlanders;
95 % van de Vlamingen.[6]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Reformatorisch Dagblad Christine Lemaire 28-02-2013 Talent inzetten vraagt durf
  3. Het Parool 21 JUNI 2016, Spanje verliest en wacht kraker met Italië
  4. Reformatorisch Dagblad Gerco Verdouw 23-11-2012 Herfst op landgoed Den Treek-Henschoten
  5. Tubantia Julia Conemans 03-03-17 Opwarmen in de tipi
  6.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be