• in·roe·pen
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
inroepen
riep in
ingeroepen
klasse 7 volledig

inroepen

  1. overgankelijk vragen of iemand tussenbeide of te hulp komt
    • Zij hadden de hulp van de NATO ingeroepen. 
91 % van de Nederlanders;
95 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be