inroepen
- in·roe·pen
- samenstelling van in bw en roepen ww
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
inroepen |
riep in |
ingeroepen |
klasse 7 | volledig |
inroepen
- overgankelijk vragen of iemand tussenbeide of te hulp komt
- Zij hadden de hulp van de NATO ingeroepen.
- Het woord inroepen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "inroepen" herkend door:
91 % | van de Nederlanders; |
95 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be