inparkeren
- Geluid: inparkeren (hulp, bestand)
- in·par·ke·ren
- samenstelling van in bw en parkeren ww
inparkeren
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
inparkeren |
parkeerde in |
ingeparkeerd |
zwak -d | volledig |
- een auto tussen twee andere auto's in parkeren
- ▸ Vrijdagavond botste een automobilist die wilde inparkeren op de Croeselaan tegen een stilstaande auto. De bestuurder van de parkerende auto wilde de schade contant afdoen, maar de eigenaar van de beschadigde auto weigerde dat.[1]
- ▸ Tot nu toe konden auto's niet meer dan automatisch afstand houden en assisteren bij inparkeren. Wie nu in een Tesla-auto richting aangeeft, merkt dat de auto zelf iets versnelt en van rijbaan wisselt. Als op de andere rijbaan een auto rijdt, zal de auto juist niet invoegen.[2]
- Het woord inparkeren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Weblink bron “Man meegevoerd op motorkap na verkeersruzie” (Maandag 8 augustus 2016, 15:30), NOS
- ↑ Weblink bron “Tesla laat auto's nog meer zelf doen” (Donderdag 15 oktober 2015, 06:03), NOS