parkeerde in
- par·keer·de in
vervoeging van |
---|
inparkeren |
parkeerde in
- enkelvoud verleden tijd van inparkeren
- Ik parkeerde in.
- Jij parkeerde in.
- Hij, zij, het parkeerde in.
- Ik parkeerde in.
- Het woord parkeerde in staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.