Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • in·koop·fac·tuur
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord inkoopfactuur inkoopfacturen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de inkoopfactuurv

  1. rekening waarop staat wat men wanneer heeft gekocht voor welk bedrag
     Ondernemers die goederen of diensten inkopen krijgen hiervoor een factuur. Dit noemen we een inkoopfactuur. Een inkoopfactuur, ook wel aankoopfactuur genoemd, omschrijft welke, wanneer en hoeveel artikelen of diensten jij van jouw leverancier gekocht hebt. Ook staat ook het totale bedrag op de inkoopfactuur vermeld dat jij de leverancier verschuldigd bent.[1]
Synoniemen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1.   Weblink bron
    Johan Ooms
    “Wat is een inkoopfactuur?” (15 februari 2023)