inkomenstoets
- in·ko·mens·toets
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | inkomenstoets | inkomenstoetsen |
verkleinwoord |
de inkomenstoets m
- het controleren van het inkomen van een burger om te bepalden of hij wel of niet in aanmerking komt voor een bepaalde overheidsmaatregek
- ▸ De inkomenstoets voor gezinnen met een bijstandsuitkering is een maatregel van het rijk die de gemeenten moeten uitvoeren, bedoeld om mensen te prikkelen om aan het werk te gaan. Maar veel wethouders zeggen dat door de wet veel mensen onder de armoedegrens belanden.[1]
- ▸ Enkele punten uit het programma van D66 zijn: * 15 miljard euro bezuinigen in vier jaar; * een geleidelijke hervorming (in 22 jaar) van de hypotheekrenteaftrek tot maximaal 30 procent; * een inkomenstoets voor de huursector; * de AOW versneld verhogen naar 67 jaar; * een eigen risico in de zorg van 400 euro.[2]
- Het woord inkomenstoets staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Weblink bron “Wethouders bezorgd over nieuwe bijstandswet” (Zaterdag 3 maart 2012, 18:53), NOS
- ↑ Weblink bron “D66: al 44 jaar ups en downs” (Vrijdag 23 april 2010, 14:40), NOS